Gassen O2 (Dizuurstof) (Zuurstof gas), is een ongevaarlijk kleurloos en reukloos gas. Dizuurstof is noodzakelijk voor alle verbranding.
CO (Koolstofmonoxide) (Koolmonoxide), is een verbinding van koolstof en zuurstof. Het ontstaat door onvolledige verbranding van koolstof bij fossiele brandstoffen of andere brandbare stoffen welke koolstofverbindingen bevatten. Koolmonoxide is gevaarlijk omdat het kleurloos en reukloos is en lichter dan lucht. Dit gas is gevaarlijk voor de gezondheid. Vaak is de oorzaak een verstopt ventilatiekanaal.
Tabel berekende waardes
Rookgasanalyser Standaarden H2 20% Waterstof toevoeging
Het toevoegen van tot 20% waterstof aan aardgas heeft GEEN invloed op de Merconet Rookgas testers die allen zijn goedgekeurd volgens EN50379.
Merconet de leverancier van Rookgas testers met behulp van zuurstof- en koolmonoxidesensoren om rookgasemissies te meten welke zijn goedgekeurd volgens EN50379, was zeer geïnteresseerd in het onafhankelijke onderzoek en de conclusies over de vraag of onze testers gewijzigd of bijgewerkt dienen te worden voor de nieuwe H2 eis van 20% waterstof in aardgas om het milieu koolstofarmer te maken.
Onderzoek aan de Keele University heeft bevestigd dat ALLE Merconet testers die zijn goedgekeurd volgens EN50379 NIET worden beïnvloed door dit plan, wat betekent dat de huidige testers zonder enige verandering of kosten voldoen aan de H2 eis.
Zie het technisch bulletin TB157 van Gas Safe Register voor inzage hoe deze tests werden uitgevoerd, inclusief de gedetailleerde conclusies.
Technical Bulletin 157
Controle van CO, CO2 en verbrandingsverhouding met behulp van een elektronische verbrandingsgasanalysator (ECGA) bij het uitvoeren van werkzaamheden aan een aardgastoestel dat wordt gevoed met aardgas dat tot 20 vol % waterstof bevat.
Dit biedt richtlijnen over de effecten voor de introductie van de H2 eis een waterstofmengsel tot 20 vol % in aardgas op CO-, CO2- en verbrandingsverhoudingscontroles.
Achtergrond
Na onderzoek uitgevoerd door het HyDeploy-project(1) aan de Keele University, heeft de Heating and Hotwater Industry Council (HHIC), in samenwerking met ketelfabrikanten, gasdetectiefabrikanten en Progressieve Energy, generieke richtlijnen ontwikkelt voor de rookgasanalyse-effecten van de introductie van een bijmenging van waterstof tot 20 vol % in de aardgasvoorziening.
Invoering
Het onderzoek werd uitgevoerd aan de Keele University als onderdeel van het HyDeploy-project. Vier paar huishoudelijke ketels werden geïnstalleerd en continu bediend: een set van de vier werd geleverd met aardgas en de andere set werd geleverd met aardgas gemengd met waterstof tot 20 vol %. De vier paren werden geleverd door vier verschillende fabrikanten.
Gebruikmakend van zowel een direct afleesbare CO2-ECGA als een berekend CO2 (indirect afleesbaar) ECGA, elk in overeenstemming met BS 7967(2), werden de verbrandingsparameters gemeten voor alle acht ketels, samen met de gassamenstelling die aan de ketels werd geleverd op het moment van de afmeting. De fout van elk instrument, aangezien ze betrekking hebben op CO- en CO2-metingen, was +/- 10 ppm en +/- 0,3%.
Analyse
De meetresultaten van zowel de met aardgas aangevoerde als met waterstof gevoede ketels zijn vervolgens vergeleken met het Wobbe-nummer van het gas dat op het moment van de meting aan de ketels werd toegevoerd.
Het Wobbe-nummer is de uitwisselbaarheidsparameter van gaskwaliteit en wordt gebruikt om de limieten van gaskwaliteit in te stellen die binnen Britse gasnetwerken kunnen worden getransporteerd.
Het GB Wobbe-bereik wordt gedefinieerd door de Gas Safety (Management) Regulations (GSMR) van 1996 (3): op het moment van schrijven van dit technisch bulletin is het bereik 47,2–51,41 MJ/m3 onder normale omstandigheden.
Om de analyse te vergemakkelijken, is een verbrandingsmodel ontwikkeld om het verwachte bereik van rookgasanalyseresultaten te voorspellen op basis van het GSMR Wobbe-bereik, om vergelijking mogelijk te maken met de resultaten die zijn verkregen met zowel de met aardgas geleverde als met waterstof geleverde ketels.
Resultaten
Uit de resultaten van de analyse bleek dat zowel de CO- als de CO2-concentratie afnemen naarmate waterstof wordt bijgemengd in de aardgasvoorziening. Als waterstof wordt bijgemengd in de aardgasvoorziening, neemt de Wobbe van het gas af.
De mate van reductie gemeten in zowel CO- als CO2-concentratie was in lijn met de verwachte verandering als gevolg van een verandering in Wobbe-getal (d.w.z. twee natuurlijke gassen van gelijke Wobbe, één met een waterstofmengsel en de andere die geen waterstof bevat, bleken equivalente CO- en CO2-concentraties).
Deze resultaten sluiten aan bij eerder onderzoek naar de relatie tussen rookgasresultaten en aardgaskwaliteit(4).
Meetresultaten:
Figuur 1a (links) – vergelijking CO2 met Wobbe nummer
Figuur 1b (rechts) – vergelijking CO met Wobbe nummer
Conclusies
Uit de resultaten van het onderzoek blijkt dat waterstofbijmenging weliswaar effect heeft op de resultaten van rookgasanalyse, maar dat het gemeten effect niet het gevolg is van de introductie van waterstof maar het effect dat waterstof heeft op het Wobbe-getal van het gas.
Zolang het Wobbe-assortiment van waterstofgemengd aardgas binnen de GSMR-limieten voor aardgas blijft, zal er daarom GEEN verandering zijn in het bereik van rookgasanalyseresultaten die van apparaten worden verwacht.
Dit bleek het geval te zijn voor zowel directe CO2-ECGAs als berekende CO2-ECGAs.
Daarom mogen de criteria voor verbrandingscontroles of kalibratie van analysatoren niet worden gewijzigd om veilige en nauwkeurige verbrandingscontroles mogelijk te maken op een apparaat dat wordt gevoed met een mengsel van aardgas dat tot 20 vol % waterstof bevat (bijvoorbeeld er is geen wijziging in TB 143(5) vereist om rekening te houden met de mogelijke aanwezigheid van een waterstofmengsel tot 20 vol %).
De resultaten van het onderzoek zijn peer-reviewen door HSE, alle vier de ketelfabrikanten die ketels leverden voor het onderzoek en de twee gasdetectiefabrikanten welke instrumenten werden gebruikt om de metingen te doen.
Opmerking 1: Voor details van de huidige gasveiligheidswetgeving, bouwwetgeving en industrienormen voor de geografische gebieden die onder het Gas Safe Register vallen, zie de Legislatieve, Normatieve & Informatieve Document List (LNIDL)(6).
Opmerking 2: Voor algemene informatie over het proces achter de ontwikkeling van Gas Safe Register Technical Bulletins en de verwachtingen voor alle belanghebbenden, zie TB 1000(7).
Look: 
Like: 
